Is meer ook altijd beter?

Emile Klomp, Manager Tax Advisory bij adviesbureau Baker Tilly in Almelo, geeft in zijn column stof tot nadenken over handelspartnerschappen tussen Duitse en Nederlandse bedrijven.

Emile Klomp

Duitsland is de grootste economie van Europa en tevens de grootste handelspartner van Nederland. Dat maakt het zakendoen in Duitsland voor Nederlanders aantrekkelijk. Ook omgekeerd blijkt Nederland een interessante optie voor veel Duitse bedrijven. Op diverse gebieden bestaan er reeds hechte samenwerkingen. 

Al decennia lang hebben veel bedrijven hun dienstverlening over de grens uitgebreid door het starten van een nieuwe vestiging of het overnemen van een bestaand bedrijf in het andere land. Er is al menig column geschreven over het zakendoen in Nederland of Duitsland: de verschillen in cultuur en manier van zakendoen maakt het ondernemen in een ander land vaak lastiger. Dit klopt allemaal nog steeds. Sterker nog, door gewijzigde en toenemende regeldruk wordt het soms zelfs nog moeilijker. De gedachte is altijd geweest om enerzijds het ondernemen in het buitenland onbelemmerd toe te staan, anderzijds moet misbruik bestreden worden. Maar is het grensoverschrijdend ondernemen door de vele nieuwe en gewijzigde regels nog wel een serieuze optie voor ondernemers?Corona heeft voor een permante verandering gezorgd. We werken vaker vanuit huis. Ook het ‘remote werken’ behoort bij steeds meer werkgevers tot de mogelijkheden: een paar maanden werken vanaf een strandstoel op een zonnig strand ergens een stuk zuidelijker dan hier. Wie wil dat nou niet? De ontwikkelingen in de digitale wereld zorgen steeds meer voor een stroomversnelling. De praktijk laat echter zien, dat de fiscale regels niet altijd meer passend zijn voor deze nieuwe ontwikkelingen.  
Daarnaast heeft een werknemer of werkgever de fiscale gevolgen van deze nieuwe mogelijkheden lang niet altijd in beeld, wat voor vervelende verrassingen kan zorgen. 

Ook vanuit Europa worden steeds meer regels opgelegd, vaak met als reden om belastingontduiking tegen te gaan. Een goed voorbeeld is de invoering van DAC 6, een meldplicht voor intermediairs en belastingplichtigen voor bepaalde internationale constructies. Ook de zogeheten ‘Pillar 2 wetgeving’ (minimum belastingheffing) zag onlangs ook voor het eerst het daglicht. In sommige gevallen geldt deze nieuwe Europese wetgeving alleen voor grotere ondernemingen. Dit illustreert echter goed, dat het fiscale speelveld er niet eenvoudiger op wordt. 

De toenemende omvang en complexiteit van fiscale regelgeving in het internationale zakendoen maakt een buitenlands avontuur al snel minder aantrekkelijk, wat natuurlijk ontzettend jammer is. Gelukkig zijn er hier in de regio vele specialisten werkzaam die ondernemers op dit vlak fantastisch kunnen bijstaan. Mijn advies is daarom: maak daar gebruik van!